groei uit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: groei uit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- groei uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitgroeien |
groei uit
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitgroeien
- Ik groei uit.
- gebiedende wijs van uitgroeien
- Groei uit!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitgroeien
- Groei je uit?
Gangbaarheid
- Het woord groei uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.