groeit uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  groeit uit    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɣrujt ˈœyt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • groeit uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitgroeien

groeit (…) uit

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitgroeien
    • Jij groeit uit. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitgroeien
    • Hij groeit uit. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitgroeien
    • Groeit uit! 

Gangbaarheid

  • Het woord groeit uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.