grootsprekertje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  grootsprekertje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • groot·spre·ker·tje

Zelfstandig naamwoord

hetgrootsprekertjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord grootspreker
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.