grosseerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  grosseerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • gros·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
grosseren

grosseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van grosseren
    • Ik grosseerde. 
    • Jij grosseerde. 
    • Hij, zij, het grosseerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord grosseerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.