gruizelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gruizelen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • grui·ze·len
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

gruizelen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
gruizelen
gruizelde
gegruizeld
zwak -d volledig
  1. tot gruis slaan of vallen
Synoniemen
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'gruizelen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
64 %van de Nederlanders;
69 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.