gruizels

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gruizels    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɣrœyzəls/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • grui·zels
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

degruizelsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gruizel
     Na het einde van de Tweede Wereldoorlog lag Japan in gruizels en hygiëne stond onder druk.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'gruizels' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
55 %van de Nederlanders;
63 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Kjeld Duits
    “Langste lintworm ooit in museum” (22 juli 2013) op nrc.nl
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.