gumde uit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gumde uit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- gumĀ·de uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitgummen |
gumde uit
- enkelvoud verleden tijd van uitgummen
- Ik gumde uit.
- Jij gumde uit.
- Hij, zij, het gumde uit.
- Ik gumde uit.
Gangbaarheid
- Het woord gumde uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.