haagde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: haagde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- haag·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
hagen |
haagde
- enkelvoud verleden tijd van hagen
- Ik haagde.
- Jij haagde.
- Hij, zij, het haagde.
- Ik haagde.
Gangbaarheid
- Het woord haagde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.