haagpreken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  haagpreken    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhaxprekə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • haag·pre·ken
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

dehaagprekenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord haagpreek
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.