haalde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: haalde (hulp, bestand)
- IPA: /ˈhaɫdə/
Woordafbreking
- haal·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
halen |
haalde
- enkelvoud verleden tijd van halen
- Ik haalde.
- Jij haalde.
- Hij, zij, het haalde.
- Ik haalde.
Vaste voorzetsels
- haalde aan
- haalde af
- haalde op
- haalde uit
Gangbaarheid
- Het woord haalde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.