halen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: halen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhalə(n) / (2 lettergrepen); /ˈɦalə(n)/
Woordafbreking
- ha·len
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘(bij zich) brengen, bemachtigen’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1]
- afkomstig van:
- Middelnederlands: halen
- Oudnederlands: halon
- Germaans: *halōnan
- Verwant in Germaans:
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
halen |
haalde |
gehaald |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
halen
- overgankelijk ergens heengaan met als doel om iets of iemand mee terug te brengen
- Hij is even vrienden van het station aan het halen.
- ▸ De andere kinderen zochten hout, zetten tenten op en haalden water.[2]
- bereiken van een doel
- ▸ Al snel zag ik in dat ik op deze manier Canada nooit zou halen, maar vooralsnog genoot ik van elke bloem.[2]
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
Overerving en ontlening
Uitdrukkingen en gezegden
|
Vertalingen
Zelfstandig naamwoord
de halen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord haal
Gangbaarheid
- Het woord halen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "halen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ "halen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- 1 2 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Deens
Woordafbreking
- ha·len
Zelfstandig naamwoord
halen, g
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van hale
Nedersaksisch
Werkwoord
halen
- halen; ergens heengaan met als doel om iets of iemand mee terug te brengen
Noors
Woordafbreking
- ha·len
Naar frequentie | 4392 |
---|
Zelfstandig naamwoord
halen, m
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van hale
Nynorsk
Woordafbreking
- ha·len
Zelfstandig naamwoord
halen, m
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van hale
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
halar |
halen
Veluws
Werkwoord
halen
- halen; ergens heengaan met als doel om iets of iemand mee terug te brengen
Welsh
enkelvoud | meervoud |
---|---|
halen | — |
Zelfstandig naamwoord
halen m
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.