hagelbössor

Zweeds

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / 'hạ:gel.bọ̈s:ɔɾ /
Woordafbreking
  • ha·gel·bös·sor
Naar frequentie zeldzaam

Zelfstandig naamwoord

hagelbössor

  1. nominatief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van hagelbössa
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.