hak hout
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hak hout (hulp, bestand)
Woordafbreking
- hak hout
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
houthakken |
hak hout
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van houthakken
- Ik hak hout.
- gebiedende wijs van houthakken
- Hak hout!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van houthakken
- Hak je hout?
Gangbaarheid
- Het woord hak hout staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.