handeln

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  handeln    (hulp, bestand)
  • IPA:
Woordafbreking
  • han·deln
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
handeln
handelte
gehandelt
volledig

Werkwoord

handeln

  1. onovergankelijk sich ~ (um) betreffen, gaan om
  2. onovergankelijk handelen (i.e. handel drijven)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.