handtasje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  handtasje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hand·tas·je

Zelfstandig naamwoord

hethandtasjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord handtas
     Mevrouw Christina Curtholmen zat helemaal stil met haar blik strak op de tafel gericht en haar handen krampachtig om het handtasje op haar knieën.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord handtasje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.