hang op

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hang op    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hang op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
ophangen

hang op

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ophangen
    • Ik hang op. 
  2. gebiedende wijs van ophangen
    • Hang op! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ophangen
    • Hang je op? 

Gangbaarheid

  • Het woord hang op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.