harkte af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: harkte af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- hark·te af
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afharken |
harkte af
- enkelvoud verleden tijd van afharken
- Ik harkte af.
- Jij harkte af.
- Hij, zij, het harkte af.
- Ik harkte af.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.