haverklap

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  haverklap    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ha·ver·klap
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Latijnse ave en het Middelnederlandse clap; het slaan van de klok voor het ave, driemaal daags.

Zelfstandig naamwoord

dehaverklapm

  1. om de ~: regelmatig en veelvuldig zich herhalend
    • Hij was om de haverklap verkouden. 
     Dagenlang liep ik door bergweides die bezaaid waren met ontelbare bosbessenstruiken. Om de haverklap stopte ik om de zoete bessen te plukken waardoor mijn handen paars kleurden van hun sap.[1]
     Oscar gebruikte die uitdrukking om de haverklap toen ze in Berlijn woonden.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord haverklap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.