herbezie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  herbezie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • her·be·zie
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
herbezien

herbezie

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herbezien
    • Ik herbezie. 
  2. gebiedende wijs van herbezien
    • Herbezie! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herbezien
    • Herbezie je? 
  4. aanvoegende wijs van herbezien

Gangbaarheid

  • Het woord herbezie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.