hield op

Uitspraak

• Geluid:  hield op    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• hield op

Woordherkomst en -opbouw

• uit hield (werkwoord) en op, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

hield op

1. enkelvoud verleden tijd van ophouden
   

   • Ik hield op. 
     
   • Jij hield op. 
     
   • Hij, zij, het hield op. 

Gangbaarheid

• Het woord hield op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.