hielp

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hielp    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɦilp/
Woordafbreking
  • hielp

Werkwoord

vervoeging van
helpen

hielp

  1. enkelvoud verleden tijd van helpen
    • Ik hielp. 
    • Jij hielp. 
    • Hij, zij, het hielp. 
     Het hielp ook dat ik alleen was.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord hielp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.