hijen

Middelnederlands

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden tijd voltooid
deelwoord
enkelvoud meervoud
hijen hijde hijden ghehijd
   volledig   

Werkwoord

hijen ook: hyen, hiën, hiwen

  1. huwen, trouwen
  2. oorspronkelijk: beslapen, verkrachten, neuken
    «Ick hyde liever myn moeder, dan ghy so staen solt![1]»
    Ik neuk liever m'n moeder, dan dat ik je zo (in de weg) laat staan.

Verwijzingen

  1. Middelnederlandsch woordenboek van Eelco Verwijs, Jacob Verdam 1885 M. Nijhoff
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.