hilse
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈhilsə /
Woordafbreking
- hil·se
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoordse werkwoord heilsa ww
Naar frequentie | 1621 |
---|
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | hilse |
tegenwoordige tijd | hilser |
verleden tijd | hilste |
voltooid deelwoord |
hilst |
onvoltooid deelwoord |
hilsende |
lijdende vorm | hilses |
gebiedende wijs | hils |
vervoegingsklasse | Klasse 2 zwak |
opmerking |
Werkwoord
hilse
- onovergankelijk begroeten, groeten
- «Flere tusen mennesker møtte fram på torget tor å hilse på kongen og dronningen.»
- Duizenden mensen kwamen op het plein bijeen om de koning en de koningin te begroeten.
- «Flere tusen mennesker møtte fram på torget tor å hilse på kongen og dronningen.»
- onovergankelijk iemand groeten overbrengen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
- [1]: handhilse bn
- [1]: håndhilse bn
- [1]: nevehilse zn
Opmerkingen
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.