hink

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hink    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hink

Werkwoord

vervoeging van
hinken

hink

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hinken
    • Ik hink. 
  2. gebiedende wijs van hinken
    • Hink! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hinken
    • Hink je? 

Gangbaarheid

  • Het woord hink staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Zweeds

Zelfstandig naamwoord

hink g

  1. emmer
Verbuiging
hinks enkelvoud meervoud
  onbepaald bepaald onbepaald bepaald
  nominatief     hink     hink     hinkar     hinkarna  
  genitief     hinks     hinkens     hinkars     hinkarnas  
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.