hits

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hits    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hits

Zelfstandig naamwoord

dehitsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hit

Werkwoord

vervoeging van
hitsen

hits

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hitsen
    • Ik hits. 
  2. gebiedende wijs van hitsen
    • Hits! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hitsen
    • Hits je? 

Gangbaarheid

  • Het woord hits staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.