hoeken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hoeken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hoe·ken
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van hoek met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
hoeken
hoekte
gehoekt
zwak -t volledig

Werkwoord

hoeken [1]

  1. overgankelijk (bij boksen) een hoekstoot toedienen aan
Hyponiemen
  • onthoeken

Zelfstandig naamwoord

dehoekenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hoek
     Uitvoerig sprak hij over zijn plannen om ooit arts te worden, maar nu was hij nog vooral de ultieme vrije hippie die alle hoeken van de wereld wilde verkennen.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord hoeken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.