hoeks

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hoeks    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hoeks
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen hoeks
verbogen hoekse
partitief hoeks

Bijvoeglijk naamwoord

hoeks

  1. een hoek vormende
  2. van een persoon dat deze een dwarsligger is

Gangbaarheid

  • Het woord hoeks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
81 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.