hoenderdieven

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hoenderdieven    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhundərˌdivə(n)/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • hoen·der·die·ven
Woordherkomst en -opbouw
  • hoenderdief met uitgang -en, waarbij de de labiodentaal "f" weer stemhebbend ("v") wordt

Zelfstandig naamwoord

dehoenderdievenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hoenderdief
     Hij snelde in het donker nog tweemaal naar zijn lief, en deze vertelde hem, dat boer Landrie op een laten avond zijn geweer had afgeschoten, daar hij meende, dat er hoenderdieven bij hem binnenbraken.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'hoenderdieven' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Hard labeur.” (1904), Meindert Boogaerdt Jun./De Vlaamsche boekhandel (Leo J. Krijn), Rotterdam/Brussel, p. 161
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.