hohl
Duits
Woordherkomst en -opbouw
- erfwoord Ontwikkeld uit Oudhoogduitse hol, uit Germaans *hula- “hol”, [1] verwant aan Nederlands hol, Engels hollow (Oudengels hol), Deens hule, enz.
| stellend | vergrotend | overtreffend |
|---|---|---|
| hohl | hohler | am hohlsten |
| alle verbuigingsvormen | ||
Bijvoeglijk naamwoord
hohl
Afgeleide begrippen
|
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron hohl in: Wolfgang Pfeifer et al.Etymologisches Wörterbuch des Deutschen (1993), digitalisierte und von Wolfgang Pfeifer überarbeitete Version im Digitalen Wörterbuch der deutschen Sprache op dwds.de
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.