homofoob

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  homofoob    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ho·mo·foob
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van homo met het achtervoegsel -foob
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen homofoobhomofoberhomofoobst
verbogen homofobehomofoberehomofoobste
partitief homofoobshomofobers-

Bijvoeglijk naamwoord

homofoob

  1. lijdend aan homofobie

Gangbaarheid

  • Het woord homofoob staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.