honkt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  honkt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • honkt

Werkwoord

vervoeging van
honken

honkt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van honken
    • Jij honkt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van honken
    • Hij honkt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van honken
    • Honkt! 

Gangbaarheid

  • Het woord honkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.