honkte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  honkte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • honk·te

Werkwoord

vervoeging van
honken

honkte

  1. enkelvoud verleden tijd van honken
    • Ik honkte. 
    • Jij honkte. 
    • Hij, zij, het honkte. 

Gangbaarheid

  • Het woord honkte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.