hoogtijdagen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hoogtijdagen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hoog·tij·da·gen

Zelfstandig naamwoord

dehoogtijdagenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hoogtijdag
Uitdrukkingen en gezegden
  • In zijn hoogtijdagen zijn
Op zijn best zijn, in zijn beste tijd zijn, zijn toppunt bereikt hebben

Gangbaarheid

  • Het woord hoogtijdagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.