hoorvermogens

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hoorvermogens    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhorvərˌmoɣəns/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • hoor·ver·mo·gens
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

dehoorvermogensmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hoorvermogen
     Wanneer we iemand meer visueel dan auditief noemen, bedoelen we dat zijn levenshouding meer die is van de kijkende dan van de luisterende mens; maar dit houdt volstrekt niet in, dat zijn hoorvermogens gebrekkig zouden zijn; mogelijk zijn ze zelfs beter dan die van de overwegend auditief ingestelde, en omgekeerd.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'hoorvermogens' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    J.C. Opstelten
    Ja, de Grieken waren meer visueel dan auditief van aanleg in: Forum der Letteren., jrg. 3 (1962), A.W. Sijthoff, Leiden, p. 135
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.