hossen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hossen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhɔsə(n)/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • hos·sen
Woordherkomst en -opbouw
  • vermoedelijk ontstaan uit  hotsen ww , in de betekenis van ‘elkaar arm in arm vasthoudend dansen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1897 [1] [2] [3]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
hossen
hoste
gehost
zwak -t volledig

Werkwoord

hossen

  1. inergatief als groep springen en dansen, doorgaans op stampende feestmuziek
    • Wij zijn dol op de bossen. Daar kunnen we hossen, daar kunnen we klossen. 

Gangbaarheid

  • Het woord hossen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
69 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.