hotelgezinnen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hotelgezinnen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ho·tel·ge·zin·nen

Zelfstandig naamwoord

de hotelgezinnen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hotelgezin

Gangbaarheid

  • Het woord hotelgezinnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.