hou gereed

Uitspraak

• Geluid:  hou gereed    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• hou ge·reed

Woordherkomst en -opbouw

• uit hou (werkwoord) en gereed, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

hou gereed

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gereedhouden
   

   • Ik hou gereed. 

2. gebiedende wijs van gereedhouden
   

   • Hou gereed! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gereedhouden
   

   • Hou je gereed? 

Gangbaarheid

• Het woord hou gereed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.