houtbesparende

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  houtbesparende    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhɑudbəˌsparəndə/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • hout·be·spa·ren·de
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

houtbesparende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van houtbesparend
     Amelia gaf hem nu ook bezigheid genoeg: zij sprak met hem van houtbesparende ovens, van draaimachines, van ploegen, welke te gelijk zaaiden en egden; en hij maakte haar van dit alles kleine modellen.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'houtbesparende' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    August Heinrich Julius Lafontaine
    “Theodoor of De vondeling” (1806), François Bohn, p. 100
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.