huisbellen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  huisbellen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhœyzbɛlən/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • huis·bel·len

Zelfstandig naamwoord

dehuisbellenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord huisbel

Gangbaarheid

  • Het woord huisbellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.