humear

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • hu·me·ar

Werkwoord

humear

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
humear
humeaba
humeado
volledig
  1. onovergankelijk roken
  2. walmen, dampen, wasemen
  3. sluimeren, smeulen
  4. opscheppen, zich verwaand gedragen
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.