hunner

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hunner    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhʏnər/
Woordafbreking
  • hun·ner
Woordherkomst en -opbouw

Persoonlijk voornaamwoord

hunner

  1. (verouderd), genitief van derde persoon meervoud van zij
    • Hij liet één hunner het woord voeren. 

Bezittelijk voornaamwoord

hunner

  1. (verouderd), genitief enkelvoud vrouwelijk van derde persoon meervoud: hun
    • Dit is het gevolg hunner vernedering. 
  2. (verouderd), genitief meervoud van derde persoon meervoud: hun
    • Dit is het land hunner vaderen. 
Afgeleide begrippen
  • [1] hunnerzijds

Gangbaarheid

  • Het woord hunner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
57 %van de Nederlanders;
37 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.