huslig

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈhusli/
Woordafbreking
  • hus·lig
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Deense woord hus met het achtervoegsel -lig.
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
g enkelvoud huslig mere huslig mest huslig
o enkelvoud husligt
meervoud huslige
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
huslige mere huslig mest huslige

Bijvoeglijk naamwoord

huslig

  1. huiselijk

Verwijzingen

    Noors

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: /ˈhʉːslɪ/
    Woordafbreking
    • hus·lig
    Woordherkomst en -opbouw
    • Afkomstig van het Noorse woord hus met het achtervoegsel -lig.
    Naar frequentie 43647
    stellend vergrotend overtreffend
    onbepaald
    (sterk)
    m/v enkelvoud huslig husligere husligst
    o enkelvoud huslig
    meervoud huslige
    bepaald
    (zwak)
    enkelvoud en
    meervoud
    huslige husligere husligste

    Bijvoeglijk naamwoord

    huslig

    1. huiselijk

    Nynorsk

    Bijvoeglijk naamwoord

    huslig

    1. verouderde spelling of vorm van husleg tot 2012
    (verouderd) onbepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van huslig
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.