huwelijk uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  huwelijk uit    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhywələk ˈœyt/ (3 of 4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • hu·we·lijk uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uithuwelijken

huwelijk (…) uit

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithuwelijken
    • Ik huwelijk uit. 
  2. gebiedende wijs van uithuwelijken
    • Huwelijk uit! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithuwelijken
    • Huwelijk je uit? 

Gangbaarheid

  • Het woord huwelijk uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.