huwelijkte uit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: huwelijkte uit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- hu·we·lijk·te uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uithuwelijken |
huwelijkte uit
- enkelvoud verleden tijd van uithuwelijken
- Ik huwelijkte uit.
- Jij huwelijkte uit.
- Hij, zij, het huwelijkte uit.
- Ik huwelijkte uit.
Gangbaarheid
- Het woord huwelijkte uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.