hytta

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈhytɑ /

Woordafbreking

• hyt·ta

Werkwoord

hytta

1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van hytte

Zelfstandig naamwoord

hytta

1. nominatief bep vrouwelijk meervoud van hytte

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈhytɑ /

Woordafbreking

• hyt·ta

Werkwoord

hytta

1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast hytte, zie aldaar

hytta

1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van hytta

har hytta

1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van hytta

hytta

1. voltooid (verleden) deelwoord aantonende wijs bedrijvende vorm van hytta

hytta

1. gebiedende wijs van hytta

Werkwoord

hytta

1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van hytte

har hytta

1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van hytte

hytta

1. voltooid (verleden) deelwoord aantonende wijs bedrijvende vorm van hytte

hytta

1. gebiedende wijs van hytte

Zelfstandig naamwoord

hytta

1. nominatief bep vrouwelijk meervoud van hytte

Zelfstandig naamwoord

hytta

1. verouderde spelling of vorm van hytte tot 2012 ^[1]

Verwijzingen