ijsboertje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ijsboertje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɛizburcə/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ijs·boer·tje

Zelfstandig naamwoord

hetijsboertjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord ijsboer

Gangbaarheid

  • Het woord ijsboertje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.