ijselijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ijselijk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ij·se·lijk
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘verschrikkelijk’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1]
  • Naamwoord van handeling van het verouderde werkwoord ijzen met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ijselijkijselijkerijselijkst
verbogen ijselijkeijselijkereijselijkste
partitief ijselijksijselijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

ijselijk

  1. afschuwelijk.
    • Het was haar niet alleen ontnomen, maar tot de ijselijkste kwelling gemaakt.[2] 
     Haar neus ligt bijna op de stuurpen als ze de laatste krachten in het geteisterde gestel aanspreekt.[3] Woorden schieten nu zelfs tekort. Een ijselijke kreet galmt over de weide op de top van La Planche des Belles Filles. ‘Aaaargh!’

Gangbaarheid

  • Het woord ijselijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
73 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. "ijselijk" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. Van de koele meren des doods, Frederik van Eeden, Amsterdam, Versluys, 1900, bladzijde 169
  3. Weblink bron
    Rob Gollin
    “De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant
  4. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.