ijshockeyden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ijshockeyden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ijs·hoc·key·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ijshockeyen |
ijshockeyden
- meervoud verleden tijd van ijshockeyen
- Wij ijshockeyden.
- Jullie ijshockeyden.
- Zij ijshockeyden.
- Wij ijshockeyden.
Gangbaarheid
- Het woord ijshockeyden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.