imaginair

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  imaginair    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ima·gi·nair
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘denkbeeldig’ voor het eerst aangetroffen in 1637 [1]
  • afgeleid van het Franse imaginaire of daarvoor van het Latijnse 'imāgō' (beeld) met het achtervoegsel -air [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen imaginairimaginairderimaginairst
verbogen imaginaireimaginairdereimaginairste
partitief imaginairsimaginairders-

Bijvoeglijk naamwoord

imaginair [3]

  1. denkbeeldig
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord imaginair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.