impair

Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
vervoeging
onbepaalde wijs to  impair 
he/she/it  impairs 
verleden tijd  impaired 
voltooid
deelwoord
 impaired 
onvoltooid
deelwoord
 impairing 
gebiedende wijs  impair 

Werkwoord

impair

  1. overgankelijk beschadigen [1], schade toebrengen aan
Afgeleide begrippen
  • impairment
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.